Beste wensen iedereen! Op 8 januari schaken we weer! Hieronder het (enigszins verlate) verslag van de externe wedstrijd.
*Voor de volledige partij, zie hieronder
Ik had een drukke week, na een maand van ellende. Lekkages, een nieuwe dakkapel (die verkeerd gemonteerd was), deadlines op het werk, noem het maar op. Ik had Cees echter beloofd dat ik m’n best zou doen om erbij te zijn. Dus om 12 uur ’s middags wuifde ik mijn collega’s in Nijmegen een prettige werkdag toe en ging naar de trein. We hadden weer een sterke opstelling (gemiddelde rating van 1916). Ikzelf op bord 1, Cees op 2, Dirk-Jan op 3 en Jan op bord 4. Het probleem is; Heerenveen had ook een sterke opstelling (gemiddelde rating van 1959).
Mijn tegenstander ging zitten en stelde zich voor. Ferdi van Bavel. Even is er kortsluiting in mijn brein. Ik vind het vrij gênant, maar ik ben ontzettend slecht in het herkennen van gezichten. Dit levert soms problemen op, bijvoorbeeld omdat ik denk dat ik iets met een andere collega heb besproken. Echter gaf deze handicap me, voor het eerst in mijn leven, een voordeel. Hoewel ik nog nooit tegen mijn tegenstander gespeeld had, deed zijn gezicht me zo denken aan iemand waar ik een score van +3 tegen heb. Ik was verbaasd door zijn naam, maar voelde me zelfverzekerd. Natuurlijk snapte ik dat het een heel andere man was, maar ergens diep in mijn brein zaten positieve associaties. Het eerste voordeel is binnen.
De ellende begint op mijn bord echter al gelijk. Ik ben uit mijn boek na zet 2 (d4 Pf6 Lg5). Ik heb twee jaar geleden, vlak voor het befaamde Theo Tops Tuin Toernooi, me ooit voorbereid tegen deze opening, maar kon me niets voor de geest halen. Het probleem is niet dat ik geen goede zetten kan bedenken, het probleem is meer dat ik onbekend ben met de ideeën voor beide spelers. Mijn tegenstander speelt een gambiet. Zwart heeft hier twee keuzes. A) ..dxe4 accepteer het offer. Wit krijgt tempo en dus een aanval of het laffe B) ..e6, zwart wint geen pion, maar komt in een Franse positie te staan. Ik speel dit soms vanuit andere openingen, hoewel ik er nooit echt verzot op ben.
Zwart staat voor het klassieke vraagstuk; gambiet accepteren?
Afin, ik merkte dat ik moe was, dus wilde de partij sturen naar een strategische partij, in plaats van een waar ik veel moest uitrekenen. Ik speelde dus ..e6. Het vervelende is dat ook na de “veilige variant” mijn tegenstander gewoon nog in zijn standaard repertoire zit en al zijn zetten gelijk speelt. Op zet 9 heb ik 18 minuten gebruikt, terwijl mijn tegenstander nog 91 minuten over heeft van zijn oorspronkelijke 90. -.- Ik loop een rondje langs de borden. Er is weinig van te zeggen. Jan op bord 4 heeft de meest explosieve positie. Cees staat vrij gelijk en Dirk-Jan heeft een typische Dirk-Jan positie. Ongebalanceerd maar in evenwicht. Beide spelers hebben daar positionele troefkaarten.
Een paar zetten later blunder ik. Ik speel a5-a4, met de gedachte dat ik “controle over de witte velden” krijg. Mijn idee is dat ik altijd La6 heb om lopers af te ruilen, daarna kan mijn paard via a5 uitkijken naar c4 en b3. Mijn andere paard kan via b6 (na ..b5) erbij komen. Wit heeft meer ruimte op de koningsvleugel, maar ik was in mijn nopjes over mijn kansen op de damesvleugel. De positie was in evenwicht… Pas na 5 minuten! Zie ik dat wit de simpele zet Lb5 heeft. De pion op a4 staat twee keer aangevallen en ik kan deze met geen mogelijkheid dekken. Hoe ik deze zet heb kunnen missen is mij een raadsel.
Het probleem na Lb5:
- Wit kan Lxa4 spelen en staat een pion voor.
- Zwart heeft geen kansen meer op de damesvleugel. De a-pion was cruciaal voor het doorbreken van de witte pion-formatie.
- Wit heeft vrij spel op de koningsvleugel.
- Zwart heeft weinig potentie tot smerige trucs, met alle stukken nog op de onderste 3 rijen.
Wit staat dus een pion voor EN heeft de compensatie.
Ik schatte dit in op +1.7 voor wit, de computer geeft het +1.5 dus ik zat dichtbij. Ik wist dat ik mijn partij ging verliezen. Het enige dat ik nu nog kon doen was het rekken en het zo moeilijk mogelijk maken voor mijn tegenstander, zodat de 0 nog even van het score-papiertje bleef. Ik moet het hebben van gezonde zetten die ik snel speel. Misschien dat mijn tegenstander ook een fout maakt.
Jan is vrij snel klaar. Ik was even bang dat het verkeerd was afgelopen, maar ik zie netjes een halfje staan op het scorepapiertje. Cees krijgt niet veel later ook een remise aangeboden. De positie is ondragelijk gelijk en symmetrisch dus Cees accepteert dit aanbod. De stand is nu 1-1. Het is aan Dirk-Jan en mij om het laatste puntje bij elkaar te sprokkelen om toch nog een matchpunt binnen te halen. Ik kijk naar zijn bord. Oh-oh. Dirk-Jan staat een pion achter. Verder hebben beide spelers 2 torens en een paard. Als het zijn tegenstander lukt om de torens af te ruilen wint zijn tegenstander, met torens op het bord is gelijkspel aannemelijk; maar ook het meeste waar we op kunnen hopen. Mijn positie… Tja.
In essentie is er niets veranderd. Zwart staat een pion achter en het is nagenoeg onmogelijk om met een plan op de proppen te komen.
Het grappige aan deze stelling is dat mijn tegenstander mijn gebruikelijke advies opvolgt, en hierdoor zijn voordeel weer weggeeft. Als je een praatje zou maken met alle stukken dan is voor zwart alleen de zwarte loper op d6 tevreden met z’n leven. Wit wil deze loper afruilen. Bijvoorbeeld met Lc2. Dit ziet er logisch uit; maar gelijk de zet Lc2? Is een blunder. Na Lc2? Lxc2 en Dxc2 heeft wit geen coördinatie meer. Omdat de dame op c2 en de toren op a1 ongedekt staan kan zwart cxb4 spelen. Wit kan niet terugslaan met de a-pion (dit verliest de toren) en niet met de c-pion (dan valt de dame). (Zie volledige partij onderaan dit verslag op zet 20 om de lijn op het bord te zien).
Hoewel mijn tegenstander dit (natuurlijk) in de smiezen had maakte hij gelukkig wel een andere fout. Hij speelde hier bxc4? Dit zorgt ervoor dat Lc2 op de volgende zet mogelijk is. Dit is te gehaast.
Nadelen:
- Het zorgt ervoor dat de a-pion geïsoleerd wordt. Deze win ik later in de partij terug.
- Het activeert mijn loper op e7.
- De pion op c3 wordt zwak.
Na deze zet geloof weer in mijn remise kansen. Ondertussen loop ik af en toe een beetje zenuwachtig naar de stelling van Dirk-Jan. Zijn stelling ziet er nog steeds vergelijkbaar uit. Hetzelfde materiaal en eigenlijk is de positie niet echt verbeterd of verslechterd. Niet veel later wordt de hand geschud. Het is Dirk-Jan gelukt het half punt te verdedigen. Na deze vrede is de stand 1 ½ – 1 ½.
Mijn tegenstander heeft besloten om de a-pion terug te geven voor een koningsaanval. Hij heeft nog inmiddels 5 minuten op de klok, tegen mijn twintig minuten. Ik was er vrij zeker van dat mijn positie niet veel risico in zich had. De stelling is redelijk gelijk en beide spelers kunnen fouten maken, maar ik was niet bang voor de “koningsaanval”. In deze (en dergelijke) posities heeft wit weinig kans van succes. Waarom? De zwarte pionnen voor de koning staan nog op h7-g7 en f7. Hierdoor is het heel moeilijk voor wit om lijnen te openen. Als ik ergens ..h6 had gespeeld dan was g5! Voor wit een moeilijke zet om te beantwoorden. Daarnaast heeft zwart nog altijd Pf8 en Lf8 achter de hand als defensieve zetten. Het ziet er enigszins eng uit; maar ik geloofde niet dat de aanval tanden had.
Mijn idee was als volgt. Ik sla de pion op a4 eraf en ik bied remise aan. 2-2 iedereen gelukkig, lekker op tijd naar bed. Ik keek even naar mijn tegenstander. De associatie van de 3-winst partijen tegen de look-alike kwamen weer naar boven. Het stemmetje in mijn hoofd. Je hebt al een score van +3 tegen hem, waarom niet +4? Belachelijk natuurlijk, maar waarom zou ik niet nog even doorspelen? Mijn tegenstander verrast me door een zet te spelen in tijdsnood die ik niet eens had overwogen. Wit heeft een smerige truc na Pf4. ..Txh2, de meest natuurlijke zet, kost een kwaliteit.
Na Txh2 en Lf2 staat de toren op h2 opgesloten (..Th6 biedt geen soelaas vanwege g4). Ik had echter 1 zet dieper gekeken dan mijn tegenstander. Ja, ik verlies een kwaliteit na Txh2; maar aan het einde van de lijn heeft wit een probleem op de h6-c1 diagonaal en geen vervelende schaakjes om hieruit te komen.
De partij ging verder met Txh2 Lf2 Txf2 Kxf2 Lg5!
Zwart wint of een stuk of krijgt het kwaliteit terug. Eindspelen met koning + paard met pion meer zijn in het algemeen gewonnen voor de spelers met de pluspion (in tegenstelling tot een pion voorsprong in een toreneindspel). Ik hoopte dat ik genoeg had voor de winst. Gelukkig bleek het eindspel redelijk rechttoe-rechtaan. Vanuit een compleet verloren stelling na een suffe blunder (het over het het hoofd zien van Lb5 voor wit) wist ik een klein foutje van mijn tegenstander alsnog af te straffen. Franeker gaat naar huis met 2 ½ – 1 ½ .

